Gerrit Noordzij’s theory of letters was launched publicly in 1970, with his article ‘Broken scripts and the classification of typefaces’. Despite the ostensible subject of that piece, his idea of ‘translation / expansion’ and ‘cursive / interupted’ as the governing schema of letters is presented there, ‘in nuce’. Noordzij’s main books on letters and type are The stroke of the pen (1982) and De streek (1985, reissued 1991). Otherwise, the essential Noordzij texts on typography and letters are the bulletin Letterletter (1984-96), produced for ATypI, and the compendium of his ‘views about everything’: De handen van de zeven zusters (2000).
This is, of course, not a complete bibliography. For example, some newspaper articles by GN have been consciously omitted. Additions and corrections are welcomed (please write to me at rk@hyphenpress.co.uk). Many thanks to Peter Enneson and Mathieu Lommen for additions and corrections to the present draft.
Writing by GN
Reading the journal, The Journal of Typographic Research, vol.4, no.1, 1970, pp.85-90.
Broken scripts and the classification of typefaces, The Journal of Typographic Research, vol.4, no.3, 1970, pp. 213-40. Note: One page is reproduced here, not the entire article.
A reply to Alexander Nesbitt, Visible Language, vol.5, no.1, 1971, pp.85-7.
A program for teaching letterforms, Dossier A-Z: Association Typographique Internationale 1973. Andenne: Rémy Magermans, 1973, pp.80-8. F.Baudin and J.Dreyfus (ed.).
Handwriting as design: report for discussion at the Congress of ATypI, Warsaw, 1975. Tuil: ATypI, Committee on Education in Letterform [22 pp].
Die Hände der sieben Schwestern, In navolging: een bundel studies aangeboden aan C.C. de Bruin bij zijn afscheid als hoogleraar te Leiden, Leiden, 1975, pp.180-8. M.J.M. de Haan, S.J. Lenselink, et al. (ed.).
Die Hände der sieben Schwestern, Nederlandsch archief voor kerkgeschiedenis, vol. 56, no.1, 1975.
Haags ABC, Compres, no. 3, 1978, pp.13-19.
Zeis en sikkel: de kunst van het maaien, Amsterdam: Bert Bakker, 1979 [80 pp].
Het verzamelde misverstand van Gerrit Noordzij: de dingen, als je ze op hun kop zet, worden niet altijd duidelijker maar dikwijls wel leuker, Amsterdam: Universiteitsbibliotheek, 1980 [24 pp].
Papier: weet ik veel, Finish, vol.3, no.5, 1980 [12 pp].
The stroke of the pen: fundamental aspects of western writing, The Hague: Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, 1982 [? 52 pp].
De burgundische Bastarda: Vortrag am 29. März 1983, .
Inleiding, Letters in studie: letterontwerpen van studenten in het Nederlands Kunstonderwijs Eindhoven: Lecturis, 1983.
De nieuwe letters van de keizer, Tirade, vol.27, no.288, 1983, pp.514-27.
Deliciae: over de schrijfkunst van Jan van den Velde., Haarlem: Enschedé, 1984 [80 pp]. GN & Ton Croiset van Uchelen.
Letterletter, no.1 (winter 1984-1985′). The art of quibbling, Münchenstein: ATypI [4 pp].
Schrift en spelling, Compres, no.9, 1984, p.65.
De streek: theorie van het schrift, Zaltbommel: Van de Garde, 1985 [80 pp].
Letterletter, no.10 [autumn 1989]. A matrix of writing, Münchenstein: ATypI [8 pp].
Ikarus op Macintosh: 1, Compres, 27 June 1989, pp. 31-7.
Ikarus op Macintosh: 2, Compres, 18 July 1989, pp. 17-23.
Letterletter, no.11 [1990?] The truth about the serif, Münchenstein: ATypI [12 pp].
De streek: theorie van het schrift, Leersum: ICS Nederland, 1991 [80 pp].
De start van de kat: de vorm van het boek in opstellen, Leersum: ICS Nederland, 1991 [112 pp].
Letterletter, no.12 [June 1991]. The logic of book design, Münchenstein: ATypI [12 pp].
The shape of the stroke, Raster imaging and digital typography 2: papers from the second RIDT meeting, held in Boston, October 14-16, 1991 New York, 1991, pp. 34-42. Robert A. Morris and Jacques André (ed.). [ PDF ]
Jan van Krimpen, 1892-1958: een keuze uit de collectie, Amsterdam: Universiteitsbibliotheek van Amsterdam, 1992 [8 pp]. GN & Mathieu Lommen.
Letterletter, no.13. The Burgundian issue, Münchenstein: ATypI [16 pp].
Ruse on trial, Hurwenen: The Enschedé Font Foundry, 1993 [1 sheet].
Het domein van de typograaf, De Gids, vol.165, no.4/5, 1993, pp.267-80.
Chiaconna in e flat: classifying type, TypeLab Gazette, 27 September 1993, Antwerp: ATypI Antwerp, pp.17-19.
Die Schriftentwürfe von Gerrit Noordzij, Typografische Monatsblätter, no.2, 1994 , pp.9-16.
Vergeetboek: de expansie van het boek in zijn ontwikkeling van leesboek tot naslagwerk, van rol tot rom, Den Haag: Colofon, 1995 [44 pp].
Rule or law, Jan Tschichold: reflections and reappraisals. New York: Typoscope, 1995, pp.25-31. Paul Barnes (ed.). [ Text ]
Oorzaak als gevolg (filosofische kruimels), Filosofie & Praktijk, vol.16, no.4, 1995, pp.214-15.
The mannerist writing-book and Stanley Morison, Quaerendo, vol.25, no.1, 1995, pp.59-71.
De betekenis van Jan van Krimpen, Vormberichten, no.7/8, 1995, pp.30-1.
Letterletter, no.14, 1996. Mannerist writing, Zaltbommel: The Enschedé Font Foundry [16 pp].
Letterletter, no.15, autumn 1996 On copperplate, Zaltbommel: The Enschedé Font Foundry [16 pp].
Een eenvoudig verzinsel, Haagse letters: letterontwerpen aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten Den Haag. Amsterdam: De Buitenkant, 1996, pp.6-9. Mathieu Lommen & Peter Verheul (ed.).
Het primaat van de pen, Van pen tot laser, Amsterdam: De Buitenkant, 1996, pp.204-11. Ton Croiset van Uchelen & Hannie van Goinga (ed.).
Reply to Robin Kinross, Typography Papers, no.3, 1997, pp.89-90.
Letterletter: an inconsistent collection of tentative theories that do not claim any other authority than that of common sense, Vancouver: Hartley & Marks [xii + 180 pp].
De handen van de zeven zusters, Amsterdam: Van Oorschot [382 pp]. Note: dated 2000, but published in February 2001
The Gerrit Noordzij Issue, Alphabet [San Francisco: The Friends of Calligraphy], vol. 26, no. 3, 2001, pp.3-29. [ Paul Shaw ]
Writing on GN
To the editor, Visible Language, vol.5, no.1, 1971, pp.82-4. Alexander Nesbitt.
Gerrit Noordzij: master of crafts, Penrose Annual, vol.72, 1980, pp.121-8. Huib van Krimpen.
The stroke of the pen [book review], Typografische Monatsblätter, vol.102, no.3, 1983 pp.28-30. Jost Hochuli.
”Vijfenzestig lettertekens per regel, niet meer en niet minder” [interview], NRC Handelsblad, 14 March 1987. Ewoud Sanders.
Die Schriftentwürfe von Gerrit Noordzij, [preface], Typografische Monatsblätter, no.2, 1994 , p.9. Max Caflisch.
Het midden der aarde, Leeslint, vol.6, no. 1 (15 April 1996), pp.1, 4-5. Stijn Verbeeck.
Een A is gauw gemaakt [interview], NRC Handelsblad, 31 October 1996. Bas van Lier.
Type as critique, Typography Papers, no.3, 1997, pp.77-87. Robin Kinross,.
Spaces and difference in typography, Typography Papers, no.4, 2000, pp.92-130. Paul Stiff.
Gerrit Noordzij: een eigenzinnig typograaf [interview], De Uitgever, October 2000, pp. 12-13. Hans Bouman,.
Het primaat van de pen: een workshop letterontwerpen met Gerrit Noordzij, Den Haag: Konklijke Academie van Beeldende Kunsten, 2001 [48 pp].
Heilige letters: uit de grabbelton van Gerrit Noordzij [interview], HN, vol.57, no.11 (17 March 2001), pp. 6-7. Jan Goossensen,.
Reviews of De handen van de zeven zusters, Willem Dijkhuis, Financiële Dagblad, 10 March 2001, Mathieu Lommen, Items, no.3, 2001, pp.98-99., Guus Middag, NRC Handelsblad, 2 March 2001, p.33, Maartje Somers, Het Parool, 16 February, 2001, Lisa Kuitert, Vrij Nederland, 10 March 2001, p.65.
Gewone Letters, Gerrit's early models, Amsterdam, de Buitenkant, 2013. Jorn Henkes, Rogier van der Sluis, Thom Janssen. [ GeenBitter ]